De koning van de stootkar


Mijn vader was 5 toen de oorlog losbarstte en het gezin ging vluchten, net als bijna iedereen uit het dorp. Hun hele hebben en houwen werd op een stootkar geladen. Klein Renéke mocht er bovenop en torende als een koning boven de lange stoet van vluchtelingen uit. Zijn zusje van zeven, Flavie, verzette hemel en aarde om ook bovenop de kruiwagen te mogen. Alle middelen waren goed: ze veinsde buikpijn, een ontwrichte knie, een gebroken enkel, een aanval van migraine,…. Niks mocht baten. Ook niet toen ze zich, groen van jaloezie, van kop tot teen in de brandnetels rolde om medelijden op te wekken. Flavie zou de hele weg naar Noord-Frankrijk te voet afleggen. Het mierenzuur in brandnetels is immers prima voor de spieren!
Ann Van Dessel