Oorlogsmuzikant


“Music was my first love and it will be my last”.  Net zoals John Miles, die er in mijn geboortejaar 1976 een lied over schreef, weerspiegeld dit zinnetje mijn voorliefde voor muziek.  Al sinds jonge knaap van een jaar of 3 draai ik mee in het fanfare circuit.  Uiteraard op dat moment nog niet als muzikant maar samen met mama als supporter van papa.  Met ons project de Engelenburcht kwamen heel wat vragen naar voren.  Hoe had mijn leven eruit gezien mocht ik honderd jaar eerder geboren zijn? Was ik toen ook een muzikant geworden? Het had gekund want de fanfare De Broederliefde uit Vilvoorde waar ik mijn muzikale carrière begon werd opgericht in 1896.

By Dobossy (Own work) - Fanfare

By Dobossy (Own work) [CC BY-SA 4.0], via Wikimedia Commons

Hoe zou het er dan als dorpsmuzikant 100 jaar geleden aan toe gegaan zijn?  Welke muziek zou ik dan gespeeld hebben?  Ik kan me best inbeelden dat het vaderlandslievende karakter van de muziek destijds een belangrijk rol speelde.  Als we al muziek gemaakt zouden hebben, want de eerste wereldoorlog zou een stilstand teweeg brengen in het gehele culturele leven. Feestelijkheden en optochten werden verboden, geen concerten meer.

Waarschijnlijk diende ikzelf niet naar het front wegens de leeftijd van 35 jaar overschreden, maar werd mijn koperen instrument misschien wel opgeëist om er kogels van te maken?  Hoe moet het als gedreven muzikant geweest zijn om niet te kunnen spelen?  Toch stiekem op de zolderkamer met alle bijhorende risico’s?  Een practice mute bestond nog niet en een versleten vod in de beker dat speelt niet zo praktisch.

Als de vereniging nog actief was waren er ook geen vrouwelijke spelende leden. Fanfares waren destijds een mannenbastion en zijn dit nog lang gebleven.  Dat is gelukkig honderd jaar later verandert.

Over de muziek van destijds vind je weinig informatie en dat is wat jammer.  Veel verenigingen hielden op dat moment nog geen gedetailleerd overzicht bij van hun repertorium of concertprogramma’s. Sommige archieven zijn dan weer verloren gegaan door de oorlog of door de jaren heen.
Als afstammeling van de militaire muziekkapellen nam marsmuziek zeker nog een belangrijk deel in van het fanfarerepertoire in.  Optochten en manifestaties waren toen nog de hoofdactiviteit.  Tijdens opvoeringen, die meestal in openlucht plaats vonden, werden er ook potpourri’s of bewerkingen van opera ouvertures en hier en daar een serenade ten gehore gebracht.

Een mooi naslagwerk is deze thesis van Griet Lemmens over Muziekverenigingen in Brabant tijdens de 19e eeuw.  Het geeft een mooi beeld hoe het er aan toe ging in onze muziekverenigingen tot aan de eerste wereldoorlog.

Gelukkig zijn we geboren in de tweede helft van de 20e eeuw en kunnen we vrij leven.  Al moeten we niet ver kijken om te zien hoe de geschiedenis zich elders blijft herhalen. Hoe vandaag nog gewone burgers op de vlucht moeten voor zinloos geweld.  Waar hun dagtaak bestaat uit overleven, geen moment van ontspanning.

Laat ons hoopvol zijn. Op een dag brengt muziek misschien alle culturen en volkeren samen voor een groot wereldfeest.

 

Joeri